dinsdag 22 februari 2011

BELGIE, RIJK LAND.

Elk jaar verhoogt de spaarpot van onze nijvere bevolking. Elk jaar genieten we van een automatische indexaanpassing. Elk jaar krijgen we weer nieuwe subsidies, belastingaftrekkeen en compensaties cadeau. En intussen blijft onze staatsschuld verhogen. Die is opgeklommen tot 28.000 euro per inwoner. Anders gezegd: als we de staatsschuld willen saneren moeten elk van ons dit bedrag ophoesten en dan blijft er bitter weinig over van ons bezit. Maar daar malen we niet om, we snappen er toch al niet veel van, van economie. Da’s iets voor boekenwormen.

Dankzij de De Morgen, onze centrumlinksgeoriënteerde kwaliteitskrant, kunnen we in de financiële katern lezen hoe het met de barometer van onze economie zit (krant van zaterdag ll.). Omdat het een krant is, wordt er niet dieper op ingegaan, en dus is het onze plicht, als kritische blogger, om ons over de commentaren te buigen. Er vallen ons meteen tegenstrijdigheden op en daar springen we natuurlijk op.

Eerste tegenstrijdigheid.

België’s rijkdom is met 2 % gestegen. Wij profiteerden van de forse Duitse groei en konden aldus de export naar dit land optrekken.
Maar de concurrentiekracht boert al jaren achteruit. Belgische bedrijven zijn te sterk gespecialiseerd en de concurrentie uit de groeilanden produceren goedkoper. Gebrek aan innovatiekracht is de achillespees van ons bedrijfsleven. Die 2% betekent eigenlijk niets als je de exportcijfers van andere landen leest. Zo is de Belgische exportomzet iets meer dan verdubbeld (hoera!), maar die van de Duitsers verdrievoudigde, een kloof van 60procent in het voordeel van Duitsland. De Nederlandse export verdrievoudigde net niet, de Franse nam toe met ongeveer 150 procent, wat onze noorderburen 40 procent deed uitlopen en Frankrijk 20 procent voorsprong bezorgde op België.
Als gevolg daarvan verloor België de afgelopen achttien jaar 23 procent marktaandeel. De kans is groot dat Rusland ons dit jaar zal voorbijsnellen. De Russische exportcijfers stegen vorig jaar met 33 procent, veel meer dan de 10 procent stijging voor de Belgische. Nog een kanttekening: met 3 procent aandeel in de wereldhandel scoort België slechter dan vijf jaar geleden. In 2003 behaalde de Belgische export een wereldaandeel van 3,4 procent. We hebben dus exportmarkt moeten afgeven aan andere landen.
Hoe zit het met ons BBP, het  bruto binnenlands product? Het BBP is de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten gedurende een jaar en per inwoner. Daar zit ook de export in. In de rangschikking van Europese regio’s  staan we op de 33ste plaats van 131 Europese regio’s. Als we Benelux eruit halen zien we het volgende.

Waals gewest
20.671

Vlaanderen
28.942

Noord-Nederland
31.299

Zuid-Nederland
32.274

West-Nederland
35.705

Brussels Gewest
55.000

G.H. Luxemburg
68.550


Dat het Waalse gewest armer is dan het Vlaamse, verrast ons niet, en dat het Groot-Hertogdom Luxemburg het rijkst is, ook niet, want daar zit heel wat buitenlands spaargeld geregistreerd.     
Maar ons zo geprezen rijk Belgie krijgt hier wel een ferme deuk, als we ons vergelijken met onze andere BNL-partner, Nederland. Hadden we Brussel niet, dan was ons totaal BBP lager dan Nederland.
Niet bepaald een fraai beeld over onze dynamiek en weerstandsvermogen. Zullen we onze plaats kunnen houden als ook de nieuwe regio's hun opwachting maken, want dat zal niet lang meer duren... Vlaanderen in Actie, een nieuwe denktank van de Vlaamse overheid en het bedrijfsleven, zal het wel heel moeilijk krijgen als ze tegen 2020 hun streefdoelen willen bereiken.

Tweede tegenstrijdigheid.

De werkloosheidscurve daalt. Er werden verleden jaar 25.000 banen meer gecreëerd. In het eurogebied klom de werkloosheid naar 10%, terwijl die in België op 8,5% bleef.
Tegelijk gingen weer eens een hoop mensen met brugpensioen, terwijl de babyboom na de tweede wereldoorlog nu ook op wettelijk pensioen gaat. Ook het voortijdig pensioen wordt nog altijd aangemoedigd (waardoor langdurig werklozen over de zestig niet meer hoeven te stempelen).
Deze mensen worden uit de statistieken geschrapt.
We hebben dus officieel een lagere werkloosheidsgraad dan het Europese gemiddelde. Maar wat betekent dat? Laten we eens de werkloosheidsstatistieken in Europese Unie bekijken op de manier van de gemiddelden:
Oostenrijk, Nederland, Luxemburg, Malta, Duitsland, Slovenië en Cyprus hebben met minder werkloosheid te kampen dan België. Finland, Italië, Frankrijk, Portugal, Griekenland, Ierland, Slowakije, Spanje hebben een hogere werkloosheid dan België.
Moeten we daarover trots zijn? We zitten geprangd tussen Cyprus en Finland, niet meteen de landen die het verschil uitmaken. Nederland heeft een werkloosheidsgraad van 4,3, dus de helft van de onze. Nee, het gaat niet zo goed met onze werklozen, zelfs niet met degenen die uit de statistieken zijn geschrapt. De Nationale Bank: "Het zal nog jaren duren voor de economische activiteit weer het niveau van voor de recessie heeft bereikt", De recessie deed 67.000 banen verdwijnen tussen eind 2008 en eind 2009. Er zijn 60.000 werklozen bijgekomen. Voor het eerst sinds 1982, het eerste jaar waarvoor cijfers per geslacht beschikbaar zijn, zijn meer mannen dan vrouwen werkloos. 

België hinkt met zijn 59,6% vijf procentpunten achter op het gemiddelde voor de Europese Unie en blijft ruim tien procentpunten verwijderd van de Lissabon-norm: 70% werkgelegenheid in 2010.Van de oudere werknemers (55-64 jaar) is in België slechts 28,1% aan de slag, een Europees dieptepunt. De Stockholm-norm schrijft voor dat we in 2010 50% moeten halen. Zweden is de kampioen met 68,6%. Zweden gaan gemiddeld vijf jaar later op pensioen dan Belgen.
Wat de jongeren betreft is de toestand zelfs dramatisch te noemen. België zit in de wereld top 10 e heeft driemaal meer werkloze jongeren dan Nederland, M/V.  Dit land kweekt een generatie langdurige en permanente werklozengroep aan die de actieve bevolking, naast de groeiende groep gepensioneerden en langer studerende jeugd, ook moet ondersteunen.

Derde tegenstrijdigheid

Het begrotingstekort (dus de mate dat het staatsbudget van inkomsten en uitgaven wordt overschreden) zit lager dan het algemeen Europese gemiddelde.
De staatschuld blijft stijgen. De overheidssteun aan de banksector, de eurocrisis en de politieke onzekerheid over de Belgische toekomst, zijn allemaal factoren die de rente doet oplopen. Internationale beleggers zijn niet meer zo happig om hun geld in de Belgische economie te stoppen. 

Hieronder een staaltje van begrotingstekorten binnen Europa:
Gemiddelde – 6,3
Ierland -14,3
Griekenland -13,6
Verenigd Koninkrijk -11,5
Spanje -11,2
Portugal -9,4
Letland -9
Litouwen -8,9
Roemenie -8,3
Frankrijk -7,5
Polen -7,1
Slowakije -6,8
Cyprus -6,1
België -6
Tsjechië -5,9
Slovenië -5,5
Italië -5,3
Nederland -5,3
Hongarije -4
Bulgarije -3,9
Malta -3,8
Oostenrijk -3,4
Duitsland -3,3
Denemarken -2,7
Finland -2,2
Estland -1,7
Luxemburg -0,7
Zweden -0,5

Het maakt niet erg veel indruk dat ons begrotingstekort lager is dan dat van Cyprus, Slowakije, Polen, Roemenie, Litouwen, enz.
Bovendien is het land met de grootste staatsschuld ter wereld de Verenigde Staten van Amerika. Dat belet ze niet om als wereldmacht te fungeren en de economie naar hun hand te zetten. Misschien moeten we dat gedoe met staatschuld niet te ernstig nemen.

Vierde tegenstrijdigheid

De Belgen hebben hun vermogen zien aandikken tot 1.800 miljard euro.
Onder vermogen wordt verstaan alles wat we als activa  beschouwen, met het eigendom als voornaamste katalysator. Het vastgoedpatrimonium blijft stijgen. De Belg heeft meer dan ooit een baksteen in zijn maag.
Er blijft meer vraag dan aanbod in deze sector, waardoor de prijzen blijven stijgen. Sinds vorig jaar is de waarde van de huizen en apparementen met 5,6 % gestegen. Hoera, wat een mooie belegging. Maar er is een keerzijde.
Tegelijk stijgen ook de schuldenlasten. Gelijke tred daarmee houdend zijn ook de zwaardere hypothecaire kredieten waardoor de schulden van de gezinnen tot 192 miljard euro stijgen. Je krijgt je eigendom niet voor niets. Vanzelfsprekend is het de middennoot die deze lasten moet dragen.
Een tweede gevolg is dat de inflatie tot 3,4 % is opgelopen, bijna het dubbele van de prijsstijgingen in de buurlanden.
Voeding en energie zijn de hoofdschuldigen. De automatische indexering verhogen de loonkosten waardoor een vicieuze cirkel ontstaat. Minder opbrengst uit bedrijfsbelastingen, meer jobverlies. Nu maken we ons daar niet zo druk over, omdat we die fameuze, unieke indexpolitiek hebben. Maar die indexatie leidt tot hogere inflatie. Als we blijven lenen, omdat we meer voor onze eigendom moeten betalen, schiet de waarde van die eigendom omhoog zonder dat die kwalitatief beter is. Het is ballonlucht.
De schuldenlast van de huishoudens, die 192 miljard euro, vertegenwoordigt 54,4 % van het BBP (het bruto binnenlands product of de geldpot die in België circuleert). Dit is een historisch record. Nooit eerder torsten de Belgen zoveel schulden op hun schouders.
Het gemiddelde van de andere landen (65%) is nog niet bereikt, maar onze koopkracht is wel gevoelig lager geworden. We betalen meer of we kunnen minder besteden.

De koopkracht.

Hoe zit het trouwens met die koopkracht in Europa? Even een tabelletje met een aantal landen erbij die niet of nog niet tot de Unie behoren.

79,600
54,900
45,100
41,900
40,100
40,000
38,600
38,300
37,300
37,200
36,200
35,500
35,200
34,200
33,100
32,800
31,200
30,000
30,000
26,700
23,700
21,900

We zitten in een comfortabele middengroep, maar toch niet zoveel hoger dan de probleemlanden Spanje en Griekenland. Nederland, dat we traditioneel altijd voor lagen, blijkt het nu beter te doen dan wij.
Als we de mediaan bekijken (de grootste groep met ongeveer dezelfde cijfers) krijgen we dit beeld:
De mediaan is 36.000. We halen de 10 meeste representatieve Europese landen eruit. Als we een marge van 10 % hoger en lager dan dit bedrag nemen ziet de lijst er als volgt uit:




+ / -
t.o.v. Nederland
38.600
2600

38.300
2300
-300
37.300
1300
-1.300
37.200
1200
-1.400
36.200
200
-2.400
35.500
-500
-3.100
35.200
-800
-3.400
34.200
-1800
-4.400
33.100
-2900
-5.500
32.800
-3200
-5.800

Waar komt dat schitterende resultaat van Nederland vandaan? Heeft het met het poldermodel te maken? Het overheidstekort is niet zoveel lager dan van België. 43 % van de Nederlanders wonen in gesubsidieerde woningen (te vergelijken met onze sociale huisvesting). En ze werken bovendien graag deeltijds.
Als het gaat om deeltijds werken, zijn onze noorderburen  zelfs absolute koploper in Europese Unie. In 2008 werkte bijna de helft van de Nederlanders van 15 tot 64 jaar deeltijds. Van de Nederlandse vrouwen werkt niet minder dan driekwart parttime, blijkt uit cijfers van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek. Daarmee steken de Nederlanders met kop en schouders uit boven de andere Europeanen. Zweden bekleedt met 26 procent parttimers de tweede plaats.
De modale Nederlander heeft minder eigen vermogen dan de modale Belg, maar dat komt doordat ze dus veel minder eigendommen hebben (en die door een stringent huisvestings- en milieubeleid ook duurder zijn). Als je goedkoop kunt huren en daarbij over een net huis beschikt, weegt dit wellicht niet zo zwaar door. Je kunt dan deeltijds gaan werken en wat meer profiteren van het leven.
Het contrast met de werkende Belgen is opvallend. Wij houden niet van flexibiliteit, van mobiel werken, van sociaal wonen. Wij willen een eigendom, wij willen voltijds vast werk. Wij zijn daarvoor bereid hard te werken, veel te produceren. En schuldgevoelens op te bouwen... Hard werken betekent minder prime time voor je gezin en groeiende afstand met de kinderen. En waarvoor?
Qua koopkracht staan we achter op Nederland, een land dat het kennelijk niet zo nauw steekt met onze geroemde werklustige eigenschappen. Onze zware hypotheken en andere woonkredieten eisen blijkbaar hun tol. 

Nederland geeft 7 x meer aan internationale voedselhulp dan België. Hebben wij het geld niet om wat meer te schenken? Of zijn we zo materialistisch geworden dat onze eigen belangen voorgaan? 

Vijfde tegenstrijdigheid

Een recordwinst van 7,8 miljard euro voor BNP Paribas met dank aan Fortis Bank dat voor een appel en een ei in Franse handen kwam. Opnieuw winst bij KBC (1,8 miljard) en het Nederlandse ING (3,2 miljard).
Het gaat goed met de economie. De tussenkomst van de belastingbetaler levert resultaten op, en dit zowel qua verkoop van kredieten als van incasseren van spaargelden. In beide gevallen strijken de banken de winst op.
Ze mochten ons, landgenoten, toch wel eens bedanken omdat de schatkist, dus wij, elk 1.200 euro hebben bijgedragen om hun toekomst te verzekeren. En tegelijk hebben we ze ook nog wat meer van ons spaargeld geschonken waarmee ze weer kunnen gaan speculeren.
Hoe zit het trouwens met de bekende Belgische spaarobsessie? Eerst en vooral: we praten hier niet over ons vermogen, maar over ons spaargeld (dat naast het klassieke spaarboekje, ook voorhuwelijkssparen, pensioensparen en het langetermijnsparen, zoals beleggingsfondsen en kasbons omvat).
Het klassieke spaarboekje zelf blijft het populairst. Er zijn er zo’n 17 miljoen en daarop staat totaal iets meer dan 150 miljard euro. Gemiddeld wordt aan een boekje dus ruim 8.800 euro toevertrouwd. Een modaal gezin (bestaande uit een 43-jarige man, zijn vrouw en 2.4 kinderen) beschikt over ruim vier boekjes waarop in totaal dik 35.000 euro prijkt. Een deel daarvan staat uiteraard op boekjes van kinderen, maar zelfs na aftrek daarvan blijft toch zeker 25.000 euro over aan onmiddellijk beschikbaar geld.
Er zijn circa 4.576.000 private huishoudens (één of meer personen die onder één dak samenleven) in België. Omgerekend in geld heeft elk huishouden een vermogen van circa 330.000 euro. 
Wat betekent dit: het vermogen? Een snelle opzoeking op het internet levert deze fraaie omschrijving op:
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit banktegoeden, effecten, onroerend goed en ondernemingsvermogen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. De eigen woning en overige onroerende zaken zijn gewaardeerd op de marktwaarde. 
Toelichting: Enkele zaken zijn bij de berekening van het vermogen niet meegeteld door gebrek aan gegevens. Zo is met aanspraken op een toekomstige pensioen- of levensverzekeringsuitkering (waaronder lijfrente) geen rekening gehouden. Evenmin is het tegoed dat is opgebouwd bij spaar- en levenhypotheken tot de bezittingen gerekend. Ontbrekende vormen van bezit zijn verder contant geld, duurzame consumptiegoederen (met uitzondering van de eigen woning), juwelen en antiek.
Het is dus niet gemakkelijk om het vermogen per individu te berekenen. Daarom kunnen we enkel het totaalbeeld als maatstaf hanteren en moet elkeen op zijn eigen situatie afgaan. Maar zelfs dan is het moeilijk. Als je bijvoorbeeld een nieuwe hypotheek afsluit, heb je een aantal jaren een negatief vermogen (hopelijk verhoogt de marktwaarde de verkoopprijs van je eigendom). De reden daarvoor is dat de som van de af te betalen schuld + intrest hoger ligt dan de marktwaarde van ons huis. Onze statistieken gaan over gemiddelden, niet over medianen.
Die gemiddelden omspannen zowel leefloners en miljardairs en daartussen zit van alles in. Als kranten blokletteren dat de Belg een eigen vermogen van gemiddeld 330.000 euro rijk is, geldt dat natuurlijk niet voor het modale gezin, en vooral niet voor de leefloners. En vaak wordt gedacht dat wat niet uitgegeven wordt, gespaard wordt. Maar de spaarcapaciteit kan door heel wat factoren beïnvloed worden. Zware uitgaven voor renovatie en de aflossing van (hypothecaire) schulden zijn ook een vorm van sparen omdat ze de waarde van het eigendom rechtstreeks bepalen. Maar de man in de straat houdt daar geen rekening mee wanneer hij zijn spaarcapaciteit inschat. Eigenlijk weten we er het fijne niet van. Dat is een goed bewaard bankgeheim en niemand laat graag in zijn papieren kijken. Bovendien hebben Belgen altijd gezorgd voor een zwart spaarpotje. Maar vier miljoen landgenoten of 1 op 3 gezinnen kunnen niet sparen. Dat is niet bepaald het imago dat we van het rijke België hebben.
Het is onbegonnen werk om de impact van de schulden op de bezittingen te becijferen. Er bestaat in België geen vermogenskadaster. Daardoor weten we ook niet hoeveel van onze inkomsten opgaan naar onze kredieten.

Wat wordt er trouwens met dat spaargeld gedaan? Met andere woorden: wat doen de spaarbanken en beleggingsmaatschappijen met ons spaarvarken? Als we het vermogen corrigeren, dus na aftrek van de niet-monetaire, sociale en milieu-investeringen, ook anders gezegd: of ons spaargeld goed besteed wordt om onze toekomst veilig te stellen, en dus ook ons spaarvarkentje zelf, komen we er niet zo schitterend uit. België staat op de 10e plaats in de top 20. Weliswaar voor Frankrijk en Nederland, maar na de Scandinavische landen en Oostenrijk. Toeval of niet: we staan ook op de 10e plaats op de lijst van de inkomsten van de armste 10% van onze bevolking.

Paradox

Vier op de 10 Belgen zeggen dat ze geen 100 euro per maand kunnen sparen. Erger nog. Liefst 62 procent van de 2.012 ondervraagde personen zegt dat zijn spaarvermogen erop is achteruitgegaan... En dat is niet alles. Uit de resultaten van de enquête blijkt dat de Belgen een financiële reserve van gemiddeld 5 maanden hebben om het hoofd te bieden aan onverwachte gebeurtenissen, zoals verlies van inkomsten of een overlijden. En dat terwijl de financiële reserve (onder de vorm van liquiditeiten) minstens 6 maanden zou moeten bedragen. Ongeveer 1 Belg op de 5 beschikt zelfs over minder dan een maandloon om te overleven.
In augustus 2010 bedroeg het gemiddelde pensioen dat de staat aan gepensioneerde werknemers uitkeerde 924,29 euro bruto per maand. Zelfstandigen kregen gemiddeld 742,46 euro bruto. Dat is zelfs onder de Europese armoedegrens, die op 899 euro per maand is vastgesteld.
In Nederland bedraagt het gemiddeld pensioen 1.400 euro.
Maar liefst 3,6 miljoen Belgen hebben geen werk. Ze  leven van een pensioen (2,3 miljoen) of van een RVA-uitkering (1,3 miljoen). Een opsplitsing van de werkloosheidscijfers per gewest leert dat Vlaanderen het amper beter doet dan Wallonië, en op bepaalde vlakken doet Vlaanderen het zelfs ronduit slechter.
Zo is 11,6 procent van de totale Vlaamse bevolking (of 700.000 Vlamingen) uitkeringsgerechtigd werkloos, tegenover 12 procent in Wallonië. Op het vlak van bruggepensioneerden en tijdskrediet doet Wallonië het zelfs beduidend beter dan Vlaanderen.

Ons loon

Het gemiddelde netto-inkomen van de Belg ligt rond de 1.487 euro, zo bleek uit een enquête van de KU Leuven en de christelijke vakbond. Amper genoeg om 100 euro per maand opzij te leggen en te weinig om voor een eigendom te lenen. Anderen houden het op 1.700 euro. Volgens SDWorx bedroeg het vaste brutomaandloon van de Belgische bediende begin 2011 2.919 euro (mediaancijfer). Daarbovenop krijgen 4 op de 10 bedienden een variabel loon bestaande uit bonussen en commissies. Gemiddeld bedraagt dit 5.137 euro per jaar. Een moeilijke materie, lijkt me. Maar rekening houdend met de hoge belastingsdruk lijkt het me dan ook niet meer te zijn. Factoren die een belangrijke invloed hebben op het loon, zijn de functie, de scholingsgraad en de sector waar men werkt. Dat blijkt uit cijfers van de Algemene Directie Statistiek en Economisch Informatie van de federale overheidsdienst Economie.

Tien procent van alle werknemers verdienen maximaal 1.701 euro bruto per maand. Het tien percent werknemers met het hoogste loon, verdienen minstens 4.109 euro bruto.

Wie veel wil verdienen, ambieert best een baan als bedrijfsleider, de best betaalde functie. Bedrijfsleiders verdienen gemiddeld 6.774 euro per maand, 147 percent meer dan het nationaal gemiddelde. Ook kaderleden en mensen met een intellectueel beroep, de zogenaamde professionelen, zoals artsen, advocaten, accountants, gerechtsdeurwaarders, ontvangen een relatief hoog salaris. 


De slechtste verdieners zijn gezinshelpers en schoonmakers. Hun gemiddelde loon bedraagt 1.823 euro bruto. Ook loontrekkenden in de horeca en handlangers in de verwerkende nijverheid ontvangen een laag salaris.

 
Spaargeld.

Deze cijfers kunnen dus niet goed verklaren waar dat vermogen vandaan komt. Volgens de laatste cijfers beschikken de Belgen over een pot van 650 miljard spaargeld. Er is hier duidelijk dus een paradox.
Hoe komt dit? Van waar komt dit? Toch niet van de gepensioneerden, dacht ik. Bijna een kwart zit aan een leefloon. Ook niet van de werklozen en iedereen met vervangingsinkomens. Ook niet van de studerende jeugd, de huisvrouwen, de deeltijdse werkers en de slecht verdienende werknemers en zelfstandigen.
De reden is omdat door de bankcrisis de rijken onder ons massaal overgestapt zijn naar veilige beleggingen. Dit ging gepaard met een enorme aangroei van spaargeld. Dit is niet te wijten aan teveel geld in de modale Belgische pollen maar omdat de geprivilegieerden, deze dus met het grootste spaarquotum, de voorbije twaalf maanden massaal hun risicobeleggingen verkocht hebben. We kunnen dus niet zeggen dat er nieuwe spaarcenten zijn aangetrokken. Het kapitaal heeft enkel een andere mantel aangetrokken. Een steeds groter gedeelte van het vermogen is in handen van een klein deel van de bevolking dat eerder welstellend is en niet echt onder de crisis heeft geleden. 
Wie zijn die geprivilegieerden trouwens?
Degenen die aansprakelijk zijn voor onze enorme spaarberg zijn de institutionele beleggers en speculanten, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen en nog andere fondsen, die er voortdurend op uit zijn om hun vermogen zo veilig mogelijk te stellen en dus ten tijde van de bankcrisis ook wisten waar Abraham de mosterd haalt. Als je je afvraagt waarom er de laatste tijd zoveel geleend wordt en het aantal hypotheken naar een recordvraag stijgt, dan komt dat omdat al die geldleveranciers zoveel spaargeld hebben bijeengekregen dat ze niet goed weten wat ze ermee moeten aanvangen. En dat spaargeld is dan nog belastingvrij.

België is een fiscaal paradijs voor banken en speculanten.

Arm en rijk.

Eén op de tien gezinnen in ons land heeft een vermogen van gemiddeld 700.000 euro. Het wordt stilaan tijd om eens over de invoering van een vermogensbelasting te spreken, zoals die al jaren in Nederland wordt toegepast. Enige solidariteit door de geprivilegieerden met het land waarin ze leven en ze zoveel gunt, is toch niet misplaatst, dacht ik. Maar ja, die hebzucht…


De armen worden armer en de rijken worden rijker. Dat is wellicht geen misplaatst adagium.
Goed, ik kom misschien wat zwartgallig over, maar als je leest dat de Belgen vier maal meer spaargeld opzijleggen dan de Nederlanders, is mijn eerste reactie: hoe komt het dan dat onze koopkracht dan lager is en dat anderzijds ons vermogen zo hoog ligt?
Wellicht door de grote discrepantie tussen arm en rijk, maar ook omdat de massale toestroming van vrouwen in het werkproces de welvaart verhoogt. Tijdens de afgelopen decennia groeide het aandeel werkende vrouwen dan ook aanzienlijk. In 1983 was 36,8% van de vrouwen aan het werk, in 2009 was dat al 60,5%. In Nederland werken meer vrouwen dan in andere Europese landen. Maar zij werken vooral in deeltijd: driekwart van de werkende vrouwen heeft een parttime baan. Voor België is dat 22%. Onze economie is op twee voltijdse verdieners afgestemd, en die kunnen wat dieper in de portemonnee duiken. Dat weet de fiscus en dat weten ook de consumptieleveranciers.
België is een duur land om in te leven. De hoge Belgische belastingen breken de Belgische werknemers zuur op. In vergelijking met Nederland ligt de koopkracht van de Belgische werknemer een kwart lager. Dat blijkt uit een onderzoek van de Federatie van Europese Werkgevers (FedEE). Het besteedbaar inkomen in Nederland bedraagt ongeveer 2.400 euro per maand. In België is dat maar 1.700 euro. Als rekening gehouden wordt met de lokale prijzen en belastingen van het loon worden afgetrokken blijkt dat Luxemburgers (met ongeveer 2.700 euro) op het einde van de maand het meest overhouden, voor de Denen (met 2.600 euro) en de Nederlanders. België staat in de EU-vergelijking van FedEE op een beschamende dertiende plaats. De verschillen hebben volgens de werkgeversorganisatie in de eerste plaats te maken met de hoge belastingen in ons land.

De hypotheeklast.

Maar ik vermoed dat er meer bij komt kijken. Buigen we ons eens over onze fameuze baksteen. In Vlaanderen is het eigendom zo’n 171.000 euro gemiddeld waard. Dat is gering. Goed verdienende tweeverdieners hebben hogere ambities en draaien hun hand en portemonnee niet om om op een drieslaapkamersnestje van 250.000 euro incl. te mikken, een bedrag dat stilaan modaal begint te worden.
Het gemiddeld bedrag dat de Belg aan zijn hypotheek uitgeeft is 129.000 euro. Dit komt neer op zo’n 670 euro per maand (hypotheek op 30 jaar met vast bedrag). Het is duidelijk dat het verschil met Nederland in de eerste plaats met de woonkosten te maken heeft. We geven dus meer uit aan ons huis dan aan de kwaliteit van ons leven.
Dit geldt trouwens niet alleen voor de autochtonen. Ook de allochtonen die meestendeels in de zogenaamde achtergestelde buurten leven, kopen de huizen op, zelfs als het om krotwoningen gaat, waardoor de prijzen stijgen en de buurt duurder wordt. De huishuren blijven angstwekkend stijgen en bereiken stilaan het peil van een goedkope hypotheek.
Dit is slecht nieuws voor de minderbedeelden die niet aan een eigendom geraken. Het aantal gezinnen dat met leningschulden en te hoge energiekosten te kampen heeft, blijft zienderogen stijgen. Twee laagverdieners kunnen amper de eindjes aan elkaar knopen.
Concreet zouden we kunnen zeggen dat wie minder verdient dan 1.700 euro na belastingen  (zo’n beetje de maatstaf die banken hanteren als het om hypotheken gaat), als arm beschouwd moet worden, zelfs als je daarmee zuinig omspringt .
Nu ja, voor een hypotheek van  129.000 euro krijg je niet zo erg veel meer tegenwoordig. Naargelang de plek waar je wilt wonen, mag je toch wel rekenen dat een éénslaapkamerflat of grotere studio de norm is voor dit bedrag. Wil je drie slaapkamers dan zit je toch meteen aan 175.000 en meer euro’s voor een tweedehands huis of flat. En daar moeten dan nog de schrijfkosten bij.
Met de nieuwbouw kan het nog meer oplopen, want je weet hoe dat gaat: de allernieuwste keuken moet erin, de milieuvriendelijke verwarmingsinstallatie is standaard, en op de isolatie en de zonnepanelen mag ook niet gespaard worden.Vergeten we ook de BTW niet!
Door de strengere milieunormen zullen de woningen in de nabije toekomst 20 percent duurder worden.
Ikea heeft er iets op gevonden. Het Zweedse bedrijf dat zich op binnenhuisinrichting had toegelegd, lanceert zich nu ook in de vastgoedbranche en biedt huizen aan vanaf 130.000 euro. Ze hebben het vooral op jonge gezinnen gemunt of mensen die net aan hun carrière zijn gestart: mensen die op zoek zijn naar een eerste woonst en daar met budgetbeperkingen te kampen hebben. Je komt enkel in aanmerking als je nog geen eigendom hebt en als je jaarlijks inkomen tussen de 20.000 en 45.000 euro ligt. Eens je daaraan voldoet, kom je in een poule terecht waaruit de gelukkigen geloot worden.
Wat kost dat allemaal?
Ikea stelt dat hun huizen zo'n 25% goedkoper zijn dan de traditionele woningen. Wat bieden ze daarvoor  aan?
130.000 euro voor een eenkamerappartement
170.000 euro voor een tweekamerappartement
180.000 euro voor een huis met twee slaapkamers (la "Molna");
200.000 euro voor de "Järnbo", een huis met drie slaapkamers
Ikea stelt dat hun houten huizen een kwart goedkoper zijn dan de bakstenen. Het is een mooi en sociaalvoelend initiatief, maar er wordt geen rekening gehouden met de Belgische grondprijzen die de lucht inknallen. 1.000 euro per m² is tegenwoordig standaard.
Ik hoop dat deze zeer uitgebreide uitleg over het geldwezen wat over het mysterie heeft prijsgegeven en anders mag je gerust commentaar leveren. Ik ben tenslotte geen econoom.

Je kunt deze bijdrage ook downloaden en afdrukken op ons forum

Geef je mening op het forum van de Hartenvreter. 

2 opmerkingen:

  1. Thanks for your great information, the contents are quiet interesting.I will be waiting for your next post.
    zonne-energie

    BeantwoordenVerwijderen
  2. U bent op zoek naar lening te doen herleven van uw activiteiten, voor de realisatie van een project, of te kopen zelf een appartement; maar helaas de Bank vraagt u aan de voorwaarden die u niet in staat om te voldoen aan zijn. Wees ervan bewust dat er een dame door de naam van madame Jessica die gaf me een lening van 20000€, zodat ik kan mijn schulden te dekken. Dus neem jullie die in behoeften gewoon contact met mevrouw Jessica voor meer informatie.
    Adres aan: jessiccamuller@gmail.com

    BeantwoordenVerwijderen